“Ik had wel een dak boven mijn hoofd, maar geen thuis”

IMG 9144

De nieuwste ETHOS-telling laat een schokkende toename zien van dak- en thuisloosheid onder jongeren. In Nederland werden 28.721 dak- en thuisloze mensen geteld, onder wie 4.062 kinderen en ruim 5.000 jongvolwassenen. Achter die cijfers schuilt een wereld van onzichtbare onzekerheid. Daar weet Stella (22) uit Amsterdam alles van. Als ervaringsdeskundige strijdt zij in de jongerenraad van Don Bosco Straatvisie voor de stem van deze dak- en thuisloze jeugd.

Dit is een artikel uit Don Bosco Magazine. Wil je ons magazine gratis thuis ontvangen? Schrijf je dan hier in

Voor het eerst zijn in de ETHOS-telling ook mensen meegeteld die buiten het zicht van officiële hulpinstanties leven. Daardoor liggen de cijfers veel hoger dan eerder werd aangenomen. In Amsterdam zijn 1.769 dak- of thuisloze jongeren (18–27) geregistreerd. De meesten slapen niet op straat of in opvang, maar zwerven van bank tot bank, wonen tijdelijk in vakantieparken, auto’s of antikraakpanden, of vinden onderdak bij bekenden. Daarnaast zijn er nog eens 1.718 minderjarige dak- en thuislozen in Amsterdam geteld, van wie er bovendien 56 zwanger waren.

Telkens weer de vraag waar ik de volgende nacht kon slapen
Stella (22)

Stella weet uit eigen ervaring hoe het is om thuisloos te zijn. Ze groeide op in Amsterdam, maar thuis ging het niet goed. Wat begon als af en toe bij vrienden slapen, groeide uit tot een leven zonder vaste plek. “Vanaf mijn vijftiende was ik veel op school of onderweg, maar eigenlijk had ik geen plek om naartoe te gaan”, vertelt Stella. “Thuis aankloppen kon niet en ik wist niet hoe ik hulp moest zoeken. Officieel stond ik ingeschreven bij de opvang en bij mijn ouders, maar de opvang was onveilig en bij mijn ouders kon ik niet terecht. Ik had wel een dak boven mijn hoofd, maar geen thuis. Dat leven voelde onzeker: telkens weer de vraag waar ik de volgende nacht kon slapen.” Via Veilig Thuis kon ze uiteindelijk begeleid gaan wonen, maar dat duurde lang. “Omdat ik nog bij mijn ouders stond ingeschreven, leek het alsof ik een thuis had, terwijl dat allang niet meer zo was. Je valt tussen wal en schip. Het is goed dat de nieuwe telling beter kijkt naar zulke grijze gebieden, want achter één inschrijfadres kan een heel ander verhaal schuilgaan.”

Samen werken aan perspectief
De nieuwste ETHOS-cijfers en Stella’s verhaal onderstrepen de urgentie van het werk van Don Bosco Straatvisie en andere organisaties die zich inzetten voor kwetsbare jongeren in Amsterdam. Er is meer nodig: structurele oplossingen, betaalbare woonruimte en een beleid dat jongeren daadwerkelijk perspectief biedt.

Als je alleen naar jongeren kijkt die echt op straat slapen, mis je een grote groep
Stella (22)

Daarom is Straatvisie gestart met een jongerenraad van ervaringsdeskundige jongeren, waaronder Stella, die meedenken over het gemeentebeleid. “We willen meepraten over wat er met ons leven gebeurt”, zegt ze. “Wij weten hoe het systeem in de praktijk werkt en wat er beter kan, zodat we ook echt iets kunnen veranderen.” Stella ziet waar het systeem faalt. “Als je alleen naar jongeren kijkt die echt op straat slapen, mis je een grote groep. Jongeren zoals ik, die nergens echt thuis zijn, maar ook niet in beeld komen bij instanties. Het beleid moet aansluiten bij de verschillende situaties: van veilige plek tot begeleiding of structuur. Ook de verdeling van woonplekken kan eerlijker en opvanglocaties veiliger, met meer aandacht voor mentale gezondheid en middelengebruik."

De schaamte voorbij
Ze benadrukt het belang van dagbesteding en perspectief: “Als je niets te doen hebt, zakt de motivatie weg. Organisaties zoals Don Bosco Straatvisie bieden jongeren structuur, een gevoel van erbij horen en een veilige plek. Je voelt dat je er mag zijn, ook als het even niet goed gaat.” Voor Stella was Don Bosco Straatvisie vooral een plek waar ze zich gezien en veilig voelde. “Toen ik nog op straat was, vroegen ze: ‘Gaat het wel goed met je?’ Dat maakte indruk, ook al was ik er toen nog niet klaar voor om hulp te accepteren. Ik schaamde me omdat ik geen thuis had. Op het werk of op school praat je daar niet snel over, niet iedereen begrijpt het. Later vond ik juist bij Straatvisie de (h)erkenning die ik miste. Je komt er niet omdat je thuisloos bent, maar gewoon om mee te doen. Dat maakt het laagdrempelig en zo kreeg ik stap voor stap weer vertrouwen. Ik begon me weer normaal te voelen. Dat wens ik ook andere dak- en thuisloze jongeren toe. Achter elk cijfer uit de telling schuilt immers een jong mens met dromen en talenten die nu gedwongen op pauze staan. Daarom zet ik mij via de jongerenraad voor hen in."