Joshua (17) levert koninklijke bijdrage aan expositie op Paleis Het Loo
Lees meer
Ze is pas 22 jaar, maar ze droeg het afgelopen jaar een titel die klinkt alsof je er een halve loopbaan voor nodig hebt: Jonge Theoloog der Nederlanden. Voor Júlia Herku betekende dat een jaar vol ontmoetingen en nieuwe ervaringen. Terwijl ze haar studie Theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede afrondt – met nog een minor in Amsterdam – werkt ze al in de Hervormde Gemeente van Harderwijk als kerkelijk werker.
Dit is een artikel uit Don Bosco Magazine. Wil je ons magazine gratis thuis ontvangen? Schrijf je dan hier in.
De Jonge Theoloog der Nederlanden wordt jaarlijks gekozen tijdens de Nacht van de Theologie door een combinatie van publieksstemmen en een vakjury. De winnaar mag de brug slaan tussen theologie en samenleving. In dit interview blikt Júlia, die van november 2024 tot november 2025 deze titel draagt, terug op een bijzonder jaar en vertelt ze hoe geloof en zingeving betekenis krijgen voor haar generatie, Gen Z.
Hoe is het om als jonge theoloog zoveel in de belangstelling te staan?
“Enerzijds krijg je een prachtig netwerk en mooie kansen, anderzijds komt er de nodige publiciteit bij kijken. Wat ik mooi vond, is dat de aandacht niet alleen uit christelijke hoek kwam, maar ook van de landelijke pers. Zo werd ik rond de pausverkiezing geïnterviewd door de NOS. Leuk detail: tijdens een schoolreis naar Rome heb ik paus Franciscus nog de hand geschud. Soms merk ik wel dat mensen verwachten dat ik álles weet over theologie. Dan noemen ze een bepaalde theoloog of ingewikkeld idee en zeggen: ‘Dat weet jij vast wel.’ Maar ik ben zelf ook nog volop aan het leren.”
“Het mooie is dat je als jonge theoloog mag laten zien dat theologie midden in de samenleving staat. Eerst heette het Jonge Theoloog des Vaderlands, maar dat klonk voor sommigen wat afstandelijk. Daarom is het nu der Nederlanden: opener en toegankelijker, ook voor wie Nederland niet als ‘vaderland’ ziet. Zo kan ik zeggen: ook voor jou ben ik theoloog.”
Heb je wel eens vragen gekregen waarvan je dacht: wat moet ik hier nu weer mee?
“Zeker, vooral bij ethische kwesties zoals abortus of euthanasie. Vaak is de kunst te ontdekken wat erachter zit: wil iemand je in een hoek zetten of zoekt diegene echt naar antwoorden en kan ik daarin meedenken? Dat maakt het lichter. Bij niet-christelijke media merkte ik bovendien dat kennis over geloof vaak beperkt is. Dan moest ik uitleggen wat Pinksteren of Pasen inhoudt en dacht ik: als christen heb je over de basis eigenlijk al meer dan genoeg te vertellen.”
Dat maakte duidelijk hoe belangrijk mijn persoonlijke relatie met God is
Als jonge theoloog moest je dus best vaak uit de comfortzone stappen?
“Klopt. Of het nu een preek was voor een zaal vol jongeren of midden in de nacht een interview in Hilversum, het waren allemaal momenten waarin ik mijn grenzen opzocht. Maar juist daardoor ben ik enorm gegroeid. Ik dacht vaak: ik ben jong, ik kom net kijken en toch krijg ik dit platform. Dat maakte des te duidelijker hoe belangrijk het is om mijn persoonlijke relatie met God op orde te hebben. Anders moet je putten uit andere bronnen en dat werkt niet. Een korte zin die ik dit jaar vaak bad was: ‘Ik heb U nodig.’ Heel simpel, maar daarin merkte ik hoe God mij droeg.”
Niet iedereen kiest op jonge leeftijd voor theologie. Waarom jij wel?
“Vroeger wilde ik eigenlijk psycholoog worden, vooral door mijn ervaringen thuis met pleegbroertjes en -zusjes. Ik vond het mooi om hen te helpen en ook anderen die met soortgelijke dingen worstelen. Maar gaandeweg merkte ik dat mijn hart veel meer bij Jezus ligt. Theologie bracht alles samen: mijn liefde voor geschiedenis, psychologie, presenteren én pastorale zorg.”
Je groeide op met pleegbroertjes en -zusjes. Hoe was dat voor jou?
“Vanaf mijn vierde groeide ik op met pleegbroertjes en -zusjes. Voor mij was dat als kind niet lastig; ik vond het vooral mooi wat mijn ouders deden. Het werd een tweede natuur: omgaan met kinderen, rekening houden met hun achtergrond, flexibel zijn. Pas toen ik uit huis ging, begon ik echt te beseffen wat het betekende. Het was soms zwaar, maar ik zou het niet anders hebben gewild. Mijn oudste pleegzusje is bijvoorbeeld mijn allerbeste vriendin geworden. Ik geloof dat God deze kinderen op ons pad bracht en het voelt als een eer om liefde en een stabiele basis te mogen bieden. Dat kan echt levens veranderen.”
In een eerder interview zei je dat de gezinsstructuur invloed heeft op je godsbeeld. Hoe zie jij dat?
“Je ouders zijn je primaire hechtingsfiguren en dat beïnvloedt hoe je God ervaart. Mijn afstudeeronderzoek liet zien dat een afwezige of gewelddadige vader het moeilijk maakt God als liefdevolle Vader te zien, terwijl opvoedstijlen ook een rol spelen: een autoritaire opvoeding kan leiden tot een autoritair godsbeeld, een vrije opvoeding tot een God die nooit ingrijpt. Dat klinkt wat maakbaar, maar het geeft wel aan dat het waardevol is om te reflecteren op je achtergrond in relatie tot je godsbeeld. Ik vind het daarbij belangrijk om te onthouden dat God boven gender staat en ook moederlijke eigenschappen kan hebben, zoals in het Bijbelboek Prediker waar wijsheid vrouwelijk wordt voorgesteld en verderop God beschermend als een moedervogel. Zo ontstaat een completer, rijker beeld van God. Als Jonge Theoloog der Nederlanden krijg ik extra steun voor dit onderzoek. Het was mooi om juist ook jongeren uit complexe gezinsstructuren hiermee een stem te geven.”
We zijn allemaal uniek, beelddragers van God
Helpt het reflecteren op opvoeding jongeren met de vraag: Wie ben ik?
“Zeker. Wie je bent, hangt vaak samen met hoe je vroeger geliefd bent geweest. Voor mij heeft dat geleid tot een positief zelfbeeld: ik ken mezelf via mijn goede eigenschappen én vooral door mijn relatie met Jezus. Het geeft een basis: dat je al volledig geliefd bent, ook als je dat zelf soms niet voelt. Dat vind ik het mooie aan geloof.”
En als je niets met het geloof hebt?
“Om te beginnen zijn we allemaal uniek, beelddragers van God. Ook als je niets met het geloof hebt, kan het bijzonder zijn om te bedenken dat er niemand op aarde rondloopt zoals jij. Daarnaast helpt het om jezelf te omringen met mensen die je sterke kanten zien en te experimenteren in verschillende situaties: op school, werk of op een nieuwe plek. Dan ontdek je nieuwe kanten van jezelf. Je leert jezelf kennen door te voelen wat spannend is, waar je in uitblinkt en hoe je reageert. Het is een zoektocht die nooit helemaal af is. Die begint misschien rond je twintigste, maar gaat eigenlijk je hele leven door.”
Christelijke influencers hebben een groot platform, maar onderbouwen niet altijd wat ze zeggen
Toch zien we een opleving van geloof en zingeving onder jongeren. Hoe verklaar jij die?
“Ik denk dat het samenhangt met verschillende maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder paradoxaal genoeg: kerkverlating. Veel jongeren zijn opgegroeid zonder kerk of religie, waardoor ze geen negatieve associaties of religieuze trauma’s hebben. Die blanco houding maakt dat geloof voor hen gewoon een serieuze optie is voor zingeving. Tegelijkertijd worstelen ze met thema’s als gender en seksualiteit, die via sociale media ongefilterd op hen afkomen. Dat kan leiden tot een meer conservatieve houding en trends zoals trad wives (vrouwen met een traditionele rol in het gezin). Een soort omgekeerd feminisme, iets wat ook zichtbaar is bij influencers als Andrew Tate. In bepaalde kerken is er meer ruimte voor conservatief gedachtegoed en daar voelen die jongeren zich prettig bij. Bovendien kent het christendom bij Gen Z een minder stoffig imago en spelen sociale media een grote rol: influencers brengen de boodschap kort en krachtig, waardoor jongeren er laagdrempelig mee in aanraking komen. Al heb ik soms mijn vraagtekens bij de inhoud.”
Dus de boodschap van christelijke influencers juich jij niet altijd toe?
“Dat ligt eraan. Christelijke influencers hebben een groot platform, maar ze onderbouwen niet altijd wat ze zeggen en dat vind ik jammer. Als theoloog voel ik hun ‘prediking’ soms schuren met de Bijbel. Dan wordt een Bijbelvers uit de context gehaald of maar gedeeltelijk geciteerd, waardoor de betekenis verkeerd kan worden uitgelegd. Het zou mooi zijn als theologen daarin meer kunnen betekenen. Tegelijkertijd ben ik blij met hun bereik onder jongeren!”
De wereld digitaliseert razendsnel en dat vergroot de generatiekloof. Wat kunnen we doen om die kloof te overbruggen?
“Persoonlijk contact is daarbij cruciaal. Gen Z is opgegroeid met smartphones, maar onze ouders niet. Daardoor hebben veel jongeren weinig grenzen meegekregen en worstelen met verslaving, slaap en mentale gezondheid. Sociale media kunnen inspireren, maar echte diepgang vind je eerder in een boek of een goed gesprek. Wanneer je elkaar echt ontmoet, vallen veel vooroordelen weg. Daarom geloof ik dat we plekken nodig hebben waar generaties samenkomen, zoals in de kerk, bij verenigingen of clubs. Vanuit een gemeenschappelijke basis leer je elkaar dan echt zien.”
Geeft dat de zin aan het leven waar veel jongeren naar op zoek zijn?
“Dat denk ik wel. Zingeving begint vaak bij relaties en community. Jongeren zoeken naar wie ze zijn en waar ze bij horen. In een wereld vol prestatiedruk en perfecte plaatjes online kan dat zwaar zijn: dan heb je snel het gevoel dat je achterloopt of niet goed genoeg bent. Het helpt enorm als je een omgeving hebt die je ziet zoals je bent, zonder voorwaarden. Geloof, vrienden of mentoren kunnen zulke veilige kaders bieden. Als Jonge Theoloog der Nederlanden heb ik ook gezien hoe belangrijk het is om jongeren verantwoordelijkheid te geven, bijvoorbeeld in een bestuur of werkgroep. Dat helpt hen ervaring op te doen, een netwerk op te bouwen en zichzelf te ontdekken.”
Echt contact haalt vooroordelen weg
“Contact tussen generaties hoeft niet ingewikkeld te zijn: oprechte belangstelling en gewoon aanwezig zijn kunnen al veel betekenen. In het jongerenwerk wat ik doe, krijg ik vaak te horen dat juist die aanwezigheid van leiding veel betekent. Het gaat niet altijd om de activiteit, maar gewoon om er zijn en een gesprek kunnen voeren.”
Hoe hoop jij dat de kerk en samenleving in de toekomst met jongeren omgaan?
“Ik hoop dat jongeren echt mee mogen denken en beslissen, ook in bestuurlijke functies. Zelfs zonder ervaring verdienen ze die plek, omdat hun stem ertoe doet. Toen ik in een leefgemeenschap met honderd jongeren woonde, zag ik hoe krachtig dat is: ook wie worstelt of depressief is, werd elke dag gezien. Echt contact haalt vooroordelen weg. Ik weet niet waarom onze maatschappij denkt het individueel te kunnen doen, maar de waarheid is dat we een hele kudde nodig hebben. Als Jonge Theoloog der Nederlanden heb ik ervaren hoe waardevol zulke communities zijn en in de toekomst hoop ik als voorganger daaraan te mogen bouwen: een plek waar jongeren gezien worden en zich thuis voelen.”