Als Mexicaan in Oostende: "Met heel mijn leven getuigen"
Pedro Ayala is 45 jaar en afkomstig uit Sahuayo (Mexico). In 1996 trad hij in bij de Salesianen van Don Bosco, waar hij in 2008 tot priester werd gewijd en in 2012 als missionaris naar Europa werd gezonden. Na een verblijf in Leuven en Amsterdam werd Pedro eind 2019 benoemd in De Takel, een jeugdhuis voor (kwetsbare) jongeren uit Oostende.
Dit interview met Pedro is een initiatief van Roepingenpastoraal bisdom Brugge, gepubliceerd op Kerknet.
Wie is Don Bosco voor jou?
Don Bosco is een grote inspiratiebron voor mij. Hij maakte een goede synthese tussen geestelijk leven en pastoraal werk. Vooral zijn grote eenvoud en de vreugde die hij uitstraalde, spreken mij enorm aan. Hij heeft geen buitengewone dingen gedaan. Hij deelde eenvoudig het leven van jongeren. En dat deed hij met een aanstekelijke vreugde. Tot op vandaag blijft dit voor ons heel belangrijk. We willen het leven van anderen delen en getuigen van de diepe vreugde die ons hart bewoont. We richten ons in de eerste plaats tot jongeren en zetten in op onderwijs. Samen met jongeren ontdekken we de vreugde van het evangelie via sport, spel, muziek, kunst en cultuur.
Don Bosco heeft ooit tot jongeren gezegd: ‘Ik studeer voor jullie, ik werk voor jullie en ik ben bereid om voor jullie mijn leven te geven’. Zo kijk ik ook naar mijn eigen opdracht en roeping als salesiaan: ik wil mij inzetten voor jongeren en ik wil met heel mijn leven getuigen van de vreugde van het evangelie.
Waarom worden jullie 'salesianen' genoemd?
Don Bosco liet zich sterk inspireren door het voorbeeld van Franciscus van Sales (17de-eeuwse bisschop van Genève). Van Franciscus heeft hij onder andere geleerd om zachtmoedig te zijn en steeds de dialoog op te zoeken. Don Bosco vond dit zo belangrijk dat zijn volgelingen de naam ‘salesianen’ hebben aangenomen. Gelukkig dat men niet spreekt van ‘boskonijnen’.
Hoe leerde je de salesianen kennen?
Ik groeide op in een gezin van negen kinderen. Mijn ouders hadden een sterke devotie voor Don Bosco en voor Maria. In mijn thuisstad Sahuayo hadden de salesianen een school. Aan die school was een kerk en een jeugdcentrum verbonden. Ik was leerling op die school, ik ging vaak spelen in het jeugdcentrum en was misdienaar in de kerk. Ik maakte dus al vroeg kennis met de salesianen en koos ervoor om na de middelbare school in te treden bij de salesianen.
Voelde je je altijd al geroepen om als missionaris weg te trekken uit jouw land?
Als kind luisterde ik gefascineerd naar de verhalen van missionarissen. Waar ik woonde, waren niet alleen de salesianen actief, maar ook de combonianen. Deze congregatie (genoemd naar Daniele Comboni, een Italiaanse priester en tijdgenoot van Don Bosco) was gericht op missiewerk. Ze hadden hun noviciaatshuis in Sahuayo. Elke zaterdag zetten de combonianen hun deuren open en organiseerde men catechese en allerhande activiteiten voor kinderen. Daar hoorde ik voor het eerst getuigenissen van missionarissen die naar Afrika en Azië getrokken waren.
Later, aan het begin van mijn opleiding bij de salesianen, kregen we regelmatig missionarissen over de vloer. Ze toonden foto’s en getuigden over hun ervaringen in andere werelddelen. Men durfde ons toen wel eens de vraag te stellen: "Wie van jullie wil missionaris worden?" Ik dacht toen bij mezelf: "Ooit, misschien." Het bezoek van een medebroeder die als salesiaan werkzaam was in Angola, maakte een sterke indruk op mij. Ik begon me meer en meer af te vragen wat ik moest doen om zelf missionaris te worden. Het was een sluimerend verlangen tijdens mijn verdere opleiding als salesiaan.
Na mijn priesterwijding ging ik in Mexico aan de slag als verantwoordelijke van een jeugdcentrum. Ik heb dit drie jaar gedaan en heb er veel geleerd. Het was een prachtige periode! Toch hield het verlangen om missionaris te worden me nog steeds bezig. Ik voelde het echt aan als een roeping. Uit gesprekken met mijn geestelijk begeleider bleek dat ik niet op zoek was naar avontuur en spanning. Het ging om iets diepers. Om Gods roepstem. Ik schreef uiteindelijk een brief naar de algemeen overste van de salesianen om mijn verlangen kenbaar te maken.
En dag mag je opeens naar Europa. Ging jouw droom in vervulling?
Ik schrok van de vraag om in Amsterdam te gaan wonen. Ik wist toen niet eens waar Amsterdam lag en welke taal ze er spreken. Na een intensieve voorbereiding en een cursus Nederlands ben ik in 2012 naar Europa gekomen. Ik nam zo deel aan het Europaproject dat de salesianen in 2003 in het leven hebben geroepen met de bedoeling om missionarissen uit andere werelddelen in Europa te onthalen. Ik voel me echt een missionaris. Ik heb mijn woon- en werkplaats niet zelf gekozen. Ik werd gezonden, ik kreeg een missie.
Hoe maak je jouw zending hier concreet?
Ik ben werkzaam in De Takel in Oostende. Hier ontvangen we tieners en geven we workshops. We gaan ook regelmatig op uitstap met de jongeren. We delen hun leven en luisteren naar hun vragen en verhalen. We gaan samen met jongeren op weg en denken na over de toekomst. Geïnspireerd door het voorbeeld van Don Bosco richten we ons tot jongeren van allerlei culturen, godsdiensten en levensovertuigingen. De Takel is een multicultureel en multireligieus huis. Sommige van mijn medebroeders hebben ook als leraar veel contact met jongeren. Maar ze zijn in de eerste plaats hun leraar. Ik vind het belangrijk om jongeren te ontmoeten als een van hen.
Daarnaast ben ik actief op de parochie. Ik werk mee aan de pluswerking Young Spirit Oostende en ik ga regelmatig voor in vieringen in de Oostendse kerken. Tot slot ben ik voor de salesianen ook verantwoordelijk voor jongeren- en roepingenpastoraal in Vlaanderen en Nederland.
Wat kan de Vlaamse Kerk leren van een missionaris uit Mexico?
In Mexico is het gemeenschapsgevoel heel sterk. Gemeenschap vormen is cruciaal voor de toekomst van de Kerk. ‘Fare gruppo è fare chiesa’, zegt men in het Italiaans. De Kerk gebeurt waar mensen samenkomen.
We geven een prachtige getuigenis aan onze samenleving wanneer we als Kerk eenvoudig samenzijn in vriendschap, loskomen van onze eigen ik en solidair de ander opzoeken. Zo zag ik het vaak in mijn thuisland: als iemand in nood is, schieten buren en vrienden snel te hulp. Ook in Vlaanderen zie ik veel solidariteit tussen de mensen. Toch heb ik vaak de indruk dat eigen belangen voorop staan.
Wat mis je hier het meest?
Om eerlijk te zijn: spontaniteit. Hier moet je steeds een afspraak maken als je iemand wil ontmoeten. Je kan niet zomaar binnenvallen bij iemand om een koffie te drinken. Dat was wennen voor mij. Hier is alles georganiseerd en gestructureerd.
Toch voel ik me thuis in Vlaanderen! Ik mis niet zoveel dingen en ik heb regelmatig contact met mijn familie. Ik ben ook blij om in een gemeenschap te wonen. Ik heb me nog nooit alleen gevoeld.
Je nam deze zomer deel aan de Wereldjongerendagen. Welk moment heeft je het meest geraakt?
Ik was getroffen door de mooie en diepe gesprekken die ik had met de jongeren tijdens de Wereldjongerendagen. Ik voelde een groot vertrouwen. Het moment van aanbidding tijdens de avondwake met paus Franciscus heeft me ook geraakt. Anderhalf miljoen jongeren in een adembenemende stilte. Dat vond ik een sterke getuigenis van de jongeren: we kunnen feesten, maar we kunnen het evenzeer stil maken en tot gebed komen.
Je bent ook lid van de interdiocesane commissie voor roepingenpastoraal. Hoe kijk je naar roepingenpastoraal vandaag?
Roepingenpastoraal is een grote uitdaging voor de Kerk. En tegelijkertijd is het eenvoudig. Het gaat immers om het getuigen van de vreugde die in ons leeft.
Daarnaast is het belangrijk om een roepingencultuur te bevorderen waarbij iedereen aangesproken wordt. Iedereen wordt immers geroepen om mee te bouwen aan het koninkrijk van God. Als salesianen hebben we veel contact met jongeren in scholen en speelpleinwerkingen. Daar ligt een grote kans om over roepingen te spreken. Maar we willen ook een concreet aanbod bieden voor wie zoekend is. Samen met andere families van religieuzen in Vlaanderen en Nederland organiseren we van 5 tot 7 april 2024 een weekend in de Abdij van Averbode waarbij mannen tussen 25 en 45 jaar kunnen kennismaken met het religieuze leven. Dit weekend kreeg de titel ‘God’s challenge’ (meer info op godschallenge25@gmail.com). Wie durft de uitdaging aan te gaan?