Ter herinnering aan de sterfdag van Don Bosco en gevoed door de rellen begin dit jaar in Den Bosch en Eindhoven, schreef Hans Jacobs een column.

Don Bosco en rellen

Verliefd. Ja, ik ben in één keer verliefd op Turijn. Ingesloten tussen de bergen in het noorden en de rivier de Po in het zuiden.
In de geborgenheid van die twee ligt de stad. Majestueus, Italiaanse grandeur.
De stad van Penotti en Fiat, van prachtige musea, kilometerslange arcaden waar de mooiste winkels wonen, koffiebars, cafés, restaurants en lunchrooms met wulpse zoete verleidingen lokkend en lonkend.
Maar ook de stad van de voetbalclub Juventus. Wit-zwarte verticale banen zijn de simpele baleinen die het shirt een aristocratische kroon geven. Daar verdedigt mijn idool Jean Luigi Buffon met ogen als vlammenwerpers heroïsch het doel en de eer van Juve, de Oude Dame.

Meestal ben ik veel vroeger wakker dan Tonny, mijn vrouw. Dan hou ik het niet meer vol in het bed, douche, kleed me aan en ga naar buiten waar zo vroeg in de morgen de stratenvegers even heer en meester zijn.
Een eerste espresso. Wandelen. Genieten van de tijdelijke alleenheerschappij die straks weer van de inwoners van Turijn is.
Tussen al die versteende pracht en praal is er geheel onverwacht een gat waar een monumentje van soberheid zich bijna beschaamd terug heeft getrokken.
Een kerkje.
Ik ga naar binnen en word geraakt door de soberheid.
De ochtendzon valt door de ramen. Het door glas en lood gefilterde licht speelt met het rode vlammetje van de Godslamp.
God is er. Ook hier.
En het beeld van een priester. Don Bosco. Het is ook zijn kerk.
Ik lees de bijschriften bij het beeld en snap de soberheid. Niet de kerk als gebouw straalt, maar het werk van Don Bosco in de schaduw van de stad Turijn. Straten waar de grandeur een parkeerverbod heeft.
Werken onder jongeren zodat ze perspectief krijgen op werk. Jongeren een gezicht geven, de anonimiteit weggummen, de deur naar de toekomst open zetten.

Het beeld schiet door mijn hoofd als ik zie hoe relschoppers steden als Den Bosch en Eindhoven stenigen. De verbazing achter het veilige beeldscherm, in de bestuurskamers, in het parlement. Wie zijn dat, hoe kan dit? De vraag waarom blijft steken in de keel achter de prop van opgewelde woede. Dat hebben we niet aan zien komen zeggen de talkshowhoofden.
Nee. Omdat niemand er was, er is.
Wijkagenten zijn wegbezuinigd uit de haarvaten van de maatschappij. De aanvoer naar boven stokt in doofheid, blindheid, eigenbelang, gebrek aan interesse, politiek getouwtrek: Het Hoger Belang.
Er is geen Don Bosco, die wel het DNA van de jongeren kent, die wel rondgaat tot in de haarvaten van de vergeten kant van de samenleving, die wel luistert naar dolende jongeren, die het wel voelt aankomen.

In 1888 sterft hij op 31 januari in Turijn.
Ik steek een kaars op en bid en hoop dat de geest van Don Bosco de samenleving in deze tijd als een virus aansteekt en weer licht, warmte en begrip brengt waar bitterheid ronddoolt.