“Tijd en nabijheid zijn gouden sleutels in het jongerenwerk”

PHOTO 2024 02 06 12 26 26

Na meer dan 17 jaar nam Fiona Dreef onlangs afscheid als jongerenwerker bij Don Bosco Apeldoorn. Haar band met het jeugdcentrum gaat echter nog veel verder terug in de tijd, want Fiona kwam vroeger zelf als jongere al bij Don Bosco. Hoog tijd dus om deze doorgewinterde Don Boscowerker wat vragen te stellen over haar ervaringen van de afgelopen jaren.

  • Hoe voelt het om na zoveel jaar bij Don Bosco Apeldoorn afscheid te nemen?


“Het afscheid was mooi, maar echt zwaar. Ik ben zo lang verbonden geweest aan Don Bosco. Ik kon me niet voorstellen hoe een leven zou zijn zonder Don Bosco (wat ook niet helemaal zo is, maar daarover zo meer). Ik heb meerdere afscheidsmomenten gehad en heb ontzettend veel mooie cadeaus en vooral mooie woorden gekregen. Ik heb veel momenten van twijfel gehad. Maar ja, ik heb 17,5 jaar als beroepskracht bij Don Bosco Apeldoorn gewerkt en de allergrootste reden dat ik nu stop is mijn gezin. Ik werkte altijd de avonden en weekenden, de momenten waarop mijn gezin vrij was en samen thuis zat. Ik wil meer tijd met hen doorbrengen.”

“Een andere reden is dat ik ben begonnen als beroepskracht bij Don Bosco toen ik 24 jaar oud was en nu ben ik 42. Ik merk dat voor een aantal onderdelen in het werk leeftijd een rol begint te spelen. Voor de jongeren ben ik ‘mevrouw’ en ‘u’. De afstand tussen mij en de jongeren word steeds groter. Mijn jongere collega’s zijn direct cool en ik blijf ‘mevrouw’. Ondanks dat wisten ze mij nog steeds te vinden (en ik hen) met al hun vragen en problemen. Ik vind aansluiting in het jongerenwerk heel erg belangrijk. Ik had nog heel wat jaren verder gekund, dat weet ik zeker.”

Fiona 3
Fiona (tweede van links) met jongeren op kamp in Assel

“De derde reden dat ik stop is dat ik ook nog een wens had om verder te studeren aan de universiteit. Ik vind gedrag zo ontzettend interessant en nu kan ik nog studeren. Al deze redenen bij elkaar maakten dat ik ben gaan rondkijken. Naar een plek waar ik dezelfde warmte kon vinden als bij Don Bosco en waar ik mij met al mijn ervaring en kennis verder kan inzetten voor kinderen, jongeren en ouders. Die plek heb ik gevonden bij Helderzorg, waarvan de directie ooit begon als stagiaire bij Don Bosco. Ook ben ik inmiddels begonnen aan de universiteit en wil ik mij verder ontwikkelen tot gedragswetenschapper.”

  • Over gedrag gesproken... Wat zijn de grootste veranderingen die je hebt gezien onder jongeren door de jaren heen?

“Uiteraard de mobieltjes. Toen ik zelf nog als jongere bij Don Bosco kwam, spraken we een bepaalde tijd met elkaar af. Was je er niet en de groep had besloten ergens te gaan voetballen, dan had je pech. Dan kon je de hele wijk rond fietsen om te kijken waar iedereen was. Nu kijk je op je Snapchat om de locatie te checken van je vrienden of je stuurt een berichtje. Verder zie ik weinig verandering. Er wordt vaak gesproken over ‘de jeugd van tegenwoordig’, maar ik zie niet zo heel veel verschil met mijn eigen jeugd. Wij stonden voor dezelfde uitdagingen als de jongeren nu. Wie ben ik, wat wil ik, wie kan ik vertrouwen, wie zijn mijn echte vrienden en wat wil ik bereiken? Dat zijn vragen die toen speelden, maar nu nog steeds. Daarnaast zijn er de issues rond drugs, criminaliteit en de straatcultuur. Maar we wilden vooral veel plezier maken.”

  • Wat is voor jou een bijzonder moment geweest uit jouw tijd als jongere bij Don Bosco en heeft dat je werk als jongerenwerker gevormd?

“Ik heb heel veel bijzondere momenten eigenlijk, maar ze komen allemaal terug bij het zelfde basisgevoel. En dat is welkom zijn, iemand die er voor je is en vraagt hoe je dag was. Ik woonde bij mijn vader en hij werkte lange dagen. Ik was veel buiten op straat met verkeerde vrienden. De wijkagent heeft mij gewezen op Don Bosco. Nadat ik de eerste keer ben gaan kijken, ben ik direct gebleven. Ik voelde direct dat er hier een plekje voor me was. Dat is iets wat ik als jongerenwerker ook altijd aan de jongeren mee heb willen geven.”

Ik vind het belangrijk om te zien wie die jongen onder de capuchon is
Fiona Dreef
  • Is dat een aspect die jou als jongerenwerker voldoening gaf?

“Absoluut. Belangrijker vond ik nog de jongeren voor wie ik echt een verschil heb kunnen maken. Jongeren die ik verder heb kunnen helpen of naast hen heb kunnen staan in moeilijke tijden. Met name jongeren uit de ‘straatcultuur’. Er zijn zoveel oordelen over hen en er is veel onbegrip. Ik vind het belangrijk om te zien wie die jongen onder die capuchon is of achter die stoere houding en om er voor diegene te kunnen zijn.”

  • Hoe heb je jouw eigen ervaringen als jongere bij Don Bosco gebruikt om anderen te helpen en begeleiden?

“Ik heb geen slechte jeugd gehad, maar ik weet hoe het voelt om zorgen te hebben. Voor mij stond er ook een jongerenwerker klaar (Esed, hij werkt nog steeds bij Don Bosco Apeldoorn), net als vele stagiaires die mij op verschillende manieren en op verschillende momenten hebben geholpen. Dat gevoel wat ik in mijn jeugd had was voor mij belangrijk en dat wilde ik ook graag doorgeven aan andere jongeren. Ook mijn vele levenslessen heb ik kunnen inzetten. Ik heb bijvoorbeeld een periode heel veel geblowd. Het beïnvloedde mijn leven heel erg, school ging niet goed en ik voelde dat het mijn leven begon te beheersen. Ik zag bij meerdere vrienden om mij heen dat het ook hun leven kapot maakte. Ik heb toen besloten om te stoppen. Mijn leven veranderde weer positief. In mijn werk bij Don Bosco heb ik vaak gewerkt met jongeren die veel blowen en kon daardoor goed aansluiting bij hen vinden en mijn eigen verhaal vertellen.”

  • Welk project van Don Bosco Apeldoorn waaraan je hebt meegewerkt zal je altijd bijblijven?

“Er zijn zoveel mooie projecten geweest, maar wat echt het verschil heeft gemaakt in veel levens van jongeren is begonnen als het project ‘aanpak risicojongeren’. Dit project heeft verschillende vormen gekend en is later opgenomen in de algemene taken van het jongerenwerk. Het ging hierbij om jongeren die tussen wal en schip vielen, een probleem hadden en niet gezien werden of vastliepen doordat ze buiten de kaders vielen bij veel instanties. Zij werden beschouwd als probleemjongeren in plaats van als een jongere met een probleem. Door naast deze jongeren te gaan staan en samen op te trekken zorgden we dat de jongere wél kreeg wat hij/zij nodig had. De signalen over het oplopen tegen muren of buiten de hokjes vallen legden we weer voor bij verschillende instanties of gemeenten, zodat hieraan gewerkt kon worden. Sommige trajecten zijn echt flinke uitdagingen geweest, maar het jongerenwerk is de aangewezen discipline om vanuit aansluiting out of the box te kunnen werken.”

Fiona 2
Fiona (midden van de bovenste rij) tussen de jongeren
  • Kun je ons vertellen over een jongere wiens leven je door dit project hebt zien veranderen?

“Marit (schuilnaam) is een meisje dat bij Don Bosco binnen kwam toen ze negen jaar oud was. Direct gingen bij mij alle alarmbellen af. In verband met haar privacy wil ik niet teveel details vertellen, maar het was duidelijk dat we met dit meisje moesten verbinden. Ik ben op huisbezoeken geweest, heb contact gehad met verschillende instanties, we hebben de krachten gebundeld en AMK (nu veilig thuis) ingeschakeld. Er kwam hulp voor het gezin, maar dat was veel te weinig. Door weer samen op te trekken is moeder met kinderen in een observatiehuis terechtgekomen en van daaruit zijn de kinderen uithuisgeplaatst. Het plan was om Marit ver buiten de woonplaats te plaatsen, maar ik ben daarover in overleg gegaan. Het meisje heeft echt heel veel meegemaakt en het enige wat in haar leven nog vertrouwen en stabiliteit gaf was Don Bosco. Dit konden ze haar niet afnemen. Dit werd erkend en er is naar een andere plek gezocht. Uiteindelijk kwam ze in de buurt in een ontzettend goed pleeggezin. Hier heeft ze tot haar 18e gewoond. Zo kon ze blijven komen, maar er is ook een tijd geweest dat ze niet kwam, omdat ze moest werken aan zichzelf en ze los moest komen van oude patronen. Ik heb in deze periode wel contact met haar gehouden en ben een aantal keer op bezoek geweest bij het pleeggezin. Ze is de opleiding Sociaal Werk gaan doen en heeft een jaar lang stage gelopen bij Don Bosco. Nu studeert ze buiten de plaats en ze woont op kamers. Ik ben pas geleden nog bij haar op bezoek geweest. Ik ben echt heel trots op hoe ze zich ontwikkeld heeft. Dit meisje had weinig ‘mee’ en heeft alle kansen gepakt om te groeien, te helen en te ontwikkelen. Ik heb echt bewondering voor haar. Als ik 80 ben en je vraagt me naar wie ik het meest benieuwd ben, dan zal zij dat zijn. Eigenlijk hoop ik dat we dan nog steeds contact hebben en ik weet hoe het met haar gaat.”

  • Welke lessen heb je geleerd bij Don Bosco die je altijd bij zullen blijven?

“Ten eerste dat je zelf geen invloed hebt op waar je wiegje staat. Niet iedereen wordt geboren met dezelfde kansen. Maar met verbinding en vertrouwen kun je kansen creëren en optimaal benutten. Toch lukt het niet iedereen om deze kansen te pakken. Dit zijn de risicojongeren waar Don Bosco zeer belangrijk voor is. Samen kun je deuren openen en nieuwe kansen creëren. Ook als een jongere zelf nog niet rijp hiervoor is kun je investeren in deze jongere. Helaas zijn er ook jongeren bij wie dit niet lukt of die er nog niet klaar voor zijn. Dan is het soms toekijken hoe iemand verkeerde keuzes maakt. Door te blijven verbinden kun je direct inhaken op het moment dat de jongere er wel klaar voor is. Soms willen we te snel, maar tijd en nabijheid zijn gouden sleutels in het jongerenwerk.”

Zonder inloop geen thuis voor jongeren
Fiona Dreef
  • Hoe hoop je dat wat jij hebt opgebouwd zal voortleven binnen Don Bosco Apeldoorn?

“Ik hoop dat alles wat ik heb opgebouwd blijft bestaan en dat er nog verder gebouwd wordt. We hebben het heel wat jaren moeten doen met 1,5 fte. Nu lopen er vijf jongerenwerkers rond en allemaal toppers. Er wordt zoveel nieuws en moois opgezet. Allemaal succesvolle projecten en in verbinding met jongeren, met de wijk en in samenwerking met andere instanties. Wat ik vooral hoop is dat Don Bosco ondanks haar groei toch klein en bescheiden blijft, met aandacht voor de basisprincipes van tijd en nabijheid. Dat geeft aansluiting bij de leefwereld van jongeren, zijn waar de jongeren zijn. En ik hoop natuurlijk dat de inloop drukbezocht blijft. De inloop is als een soort bijennest. De basis van waaruit alles ontstaat en iedereen uitvliegt, maar ook altijd weer terugkomt. Zonder inloop geen thuis voor jongeren.”

  • Wat ga je het meeste missen bij Don Bosco?

“Echt alles en iedereen. Bij Don Bosco werken is niet zomaar een baan. Het is een deel van je leven. Ik geef dus niet alleen mijn baan op maar ook een stuk van mijn leven. Dat ga ik ontzettend missen. De collega’s, de stagiaires, maar vooral de jongeren. Ook de dynamiek ga ik echt missen. Het ene moment praat je boven met een jongere over een heftig probleem, vlak daarna sta je mee te springen tijdens de disco. Maar eigenlijk neem ik geen afscheid, ik neem alleen afscheid als beroepskracht.”

  • Ja, je had al een beetje verklapt dat je waarschijnlijk als vrijwilliger betrokken wilt blijven bij Don Bosco, we zijn benieuwd wat je gaat doen?

“Een leven zonder Don Bosco kan ik me niet voorstellen. Ik ben al bijna 30 jaar verbonden aan Don Bosco en heb alle fases gehad; jongere, vrijwilliger, stagiaire en beroepskracht. Ik wil eigenlijk ook niet zonder Don Bosco en heb daarom ook niet écht afscheid genomen. Ik ga nu verder als vrijwilliger en help waar ik kan. Zo heb ik afgelopen maand geholpen bij een feestavond die Don Bosco samen met Gigant had georganiseerd en ook tijdens de kerstdiners voor jongeren was ik aanwezig. In het voorjaar komen er weer jongerenkampen aan en daar ga ik ook bij helpen. Voor nu merk ik dat ik nog regelmatig gebeld wordt met allerlei vragen over het dagelijks reilen en zeilen. Dat zal in de toekomst wel afnemen. Ik heb nog veel plannen samen met Don Bosco. Ikzelf en ook anderen moeten wennen aan mijn nieuwe rol. Loslaten is niet iets waar ik goed in ben, maar vanuit mijn nieuwe rol als vrijwilliger hoef ik Don Bosco ook niet los te laten. Don Bosco is en blijft mijn thuis.”